De goudkinderen

De goudkinderen of De gouden kinderen is een sprookje uit Kinder- und Hausmärchen, de verzameling van de gebroeders Grimm, met als nummer KHM85. De oorspronkelijke naam is Die Goldkinder.

Het verhaal

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Een arme man en vrouw wonen in een hutje en leven van de visvangst. Op een dag vangt de man een vis van goud en deze zegt dat hij het hutje in een kasteel zal veranderen als hij vrijgelaten wordt. De man zegt geen eten te hebben, en de vis belooft ook hier voor te zorgen. De man laat de vis dan vrij, maar wordt eerst nog gewaarschuwd. Als hij vertelt hoe hij aan de rijkdommen komt, zal alles verdwijnen. Thuisgekomen zit zijn vrouw in mooie kleding in het kasteel en hij zegt dat hij iets wil eten. In de kast zit veel voedsel en de vrouw en man zijn tevreden, maar de vrouw vraagt zich af hoe dit alles komt. De man wil het niet vertellen, maar de vrouw vraagt maar door en de man zegt het toch, waarna alles is verdwenen.

Het geluk wil echter dat de man nogmaals de gouden vis vangt. Deze vraagt opnieuw om weer in het water gegooid te worden en de man doet dit, als hij thuiskomt is zijn huis weer een kasteel. Zijn vrouw is ook verheugd en begint na een paar dagen toch weer te vragen. De man verklapt het geheim opnieuw en alles verdwijnt. De vrouw zegt geen rust te hebben als ze niet weet waar de rijkdom vandaan komt, en heeft het dan liever helemaal niet. De man vangt de gouden vis opnieuw en deze zegt dat hij inziet dat hij steeds gevangen zal worden door deze man. Hij laat zich meenemen naar het huis en de man moet de vis daar in zes stukken snijden.

Twee stukken zijn voor de vrouw, twee voor het paard en twee moeten in de grond begraven worden. Dit zal geluk brengen, en na een tijdje groeien er twee gouden lelies uit de grond. Het paard krijgt twee gouden veulens en de vrouw bevalt van een gouden tweeling. De twee kinderen willen vertrekken, maar de vader wordt bedroefd en wil weten hoe het met ze gaat. Dit kan hij zien aan de twee gouden lelies, als ze fris zijn is de tweeling ook gezond. Maar als ze verwelken, zijn ze ziek en als ze omvallen is de tweeling dood. De tweeling rijdt op de gouden paarden weg en komt bij een herberg.

De mensen beginnen te lachen als ze de tweeling zien, en een van hen wil dan niet langer de wereld in en gaat naar huis. De ander komt bij een groot bos, maar wordt gewaarschuwd voor rovers. Hij gaat toch door en trekt twee berenhuiden aan en over zijn paard, zodat het goud niet te zien is. Hij komt veilig door het bos en ziet een mooi meisje in een dorp en vraagt haar ten huwelijk. Ze stemt in en de bruiloft wordt gevierd. Haar vader vindt iemand in een berenhuid echter te min voor zijn dochter en staat de volgende ochtend vroeg op omdat hij hem wil doden. Hij ziet een gouden man bij zijn dochter in bed en is blij dat hij zich beheerst heeft.

Het gouden kind wil dan op jacht op een prachtig hert waar hij van droomde. Hij ziet inderdaad een hert en volgt het lange tijd en komt dan bij een huisje van een heks. Ze doet open en kent het hert, de hond blaft tegen de man. Als de man de hond afblaft, verandert de heks hem in steen. De bruid wacht op hem en zijn broer ziet een lelie omvallen. Hij gaat op weg op zijn gouden paard en komt bij het huisje. Ze wil hem betoveren, maar hij dreigt haar neer te schieten als ze zijn broer niet levend maakt. Ze raakt de steen aan met haar vinger en de broer komt tot leven. De tweeling omhelst elkaar en gaan naar hun huizen en levens terug. De vader weet al bij thuiskomst dat de broer is verlost, want de lelie is weer gaan bloeien.

Achtergronden bij het verhaal

· · Sjabloon bewerken
  A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z  
A:Assepoester · De anjer · De arme en de rijke · De arme jongen in het graf · De arme molenaarsknecht en het katje · Het aardmanneke ·
B:Berenpels · Bontepels · Broertje en zusje · Bruidskeuze · De bijenkoningin · De boden van de dood · De boer en de duivel · De Bremer stadsmuzikanten · De broodkruimels op de tafel · De bruiloft van vrouw Vos · De dood als peet · Het blauwe licht · Het boerke · Het boerke in de hemel · Het boshuis ·
D:De dood van het hennetje · De dorsvlegel uit de hemel · De drie broers · De drie gelukskinderen · De drie handwerksgezellen · De drie heelmeesters · De drie luiaards · De drie mannetjes in het bos · De drie slangenbladeren · De drie spinsters · De drie talen · De drie veren · De drie vogeltjes · De drie zwarte prinsessen · De duivel en zijn grootmoeder · De duivel met de drie gouden haren · De duur van het leven · Dokter Weetal · Doornroosje · Duimendik · Duimpje de wereld in · Het dappere snijdertje · Het doodshemdje ·
E:Eenoogje, tweeoogje en drieoogje · Eva's ongelijke kinderen · Het eigenzinnige kind · Het ezeltje ·
F:Frieder en Katherliesje ·
G:De ganzenhoedster · De ganzenhoedster aan de bron · De gauwdief en zijn meester · De geest in de fles · De geschenken van het kleine volkje · De gestolen duit · De glazen doodskist · De goede ruil · De gouden gans · De gouden sleutel · De gouden vogel · De goudkinderen · De Grafheuvel · De groente-ezel · Gelukkige Hans · Het gedierte van de Heer en de Duivel · Het gespuis ·
H:De haas en de egel · De hanenbalk · De hazelaar · De heldere zon brengt het aan het licht · De hemelse bruiloft · De hoefnagel · De hond en de mus · De huishouding · Hans en Grietje · Hans viert bruiloft · Hans-mijn-egel · Hazekebruid · Het herdersjongetje · Het huishouden van kat en muis ·
I:De ijzeren kachel · IJzeren Hans ·
J:De jonge reus · De jood in de doornstruik · Jonkvrouw Maleen · Jorinde en Joringel ·
K:De kabouters · De kikkerkoning · De kleermaker in de hemel · De koning van de gouden berg · De koningszoon die nergens bang voor was · De korenaar · De kristallen bol · Het kind van Maria · Klitten · Klosje, schietspoel en naald · Knappe Elsje · Knoest en zijn drie zonen · Koning Lijsterbaard ·
L:De laarzen van buffelleer · De luie spinster · Het lammetje en het visje · Het leugensprookje uit Ditmar · Lief en leed samen delen · Luie Hein · Luisje en Vlootje ·
M:De maan · De meesterdief · De mus en zijn vier kinderen · Het mannetje dat jong gegloeid werd · Het meisje zonder handen · Het meiske van Brakel · Het mooie Katrinelletje en Pief Paf Poltrie · Magere Liesje · Meester Priem · Meneer Korbes · Met z'n zessen de hele wereld rond ·
O:De ondankbare zoon · De oude bedelares · De oude grootvader en zijn kleinzoon · De oude Hildebrand · De oude Rinkrank · De oude Sultan · De oude vrouw in het bos · Op reis gaan ·
P:De peetoom ·
R:De raaf · De raap · De ransel, het hoedje en het hoorntje · De rattenvanger van Hamelen · De reus en de kleermaker · De roerdomp en de hop · De roetzwarte broer van de duivel · De roversbruidegom · Het raadsel · Raadselsprookje · Raponsje · Repelsteeltje · Roodkapje ·
S:De schol · De schrandere knecht · De sterrendaalders · De stukgedanste schoentjes · Het snuggere snijdertje · Het sprookje van Luilekkerland · Simeliberg · Slangensprookje · Slimme Grietje · Slimme Hans · Sneeuwwitje · Sneeuwwitje en Rozerood · Speelhans · Sprookje van iemand die erop uittrok om te leren griezelen · Sterke Hans · Strohalm, kooltje vuur en boontje ·
T:De trommelslager · De trouwe Johannes · De twaalf broeders · De twaalf jagers · De twaalf luie knechten · De twee gebroeders · De twee koningskinderen · De twee reisgezellen · Tafeltje dek je, ezeltje strek je en knuppel uit de zak · Trouwe Ferdinand en Ontrouwe Ferdinand ·
U:De uil ·
V:De verstandige boerendochter · De verstandige lieden · De vier kunstvaardige broers · De volleerde jager · De vos en de ganzen · De vos en de kat · De vos en de moeder van zijn petekind · De vos en het paard · Van de visser en zijn vrouw · Van de wachtelboom · Van het muisje, het vogeltje en de braadworst · Vleerkens vogel · Vogel Grijp · Vondevogel · Vrijer Roland · Vrolijke Frans · Vrouw Holle · Vrouw Trui ·
W:De ware bruid · De waternimf · De waternimf in de vijver · De witte slang · De witte en de zwarte bruid · De wolf en de mens · De wolf en de vos · De wolf en de zeven geitjes · De wonderlijke speelman · Het water des levens · Het winterkoninkje · Het winterkoninkje en de beer ·
Z:De zes dienaren · De zes zwanen · De zeven Zwaben · De zeven raven · De zingende springende leeuwerik · De zoete pap · Het zingende botje ·