Spoorwegrijtuig

Hongaars spoorwegrijtuig voor sneltreinen met afdelingen eerste en tweede klasse
Brits rijtuig voor lange-afstandstreinen van de Chiltern Railways
Amtrak Superliner double-deck lounge car
Silberlinge voor regionaal verkeer van de Deutsche Bundesbahn, met stuurstandrijtuig
Rijtuig van de Oriënt-Express

Een spoorwegrijtuig is een railvoertuig zonder eigen aandrijving, bestemd voor het vervoer van reizigers. Ook een spoorwegrijtuig dat geheel of gedeeltelijk is ingericht voor het vervoer van post of van bagage van reizigers wordt spoorwegrijtuig genoemd, of specifieker, post- respectievelijk bagagerijtuig.

Soms wordt het woord bak gebruikt om een rijtuig aan te duiden, vooral om het aantal rijtuigen van een treinstel aan te geven. Formeel is een bak een rijtuig of locomotief zonder de wielen en draaistellen.

Een goederenwagen of wagen is uitsluitend bedoeld voor het vervoer van goederen.

Een wagon is een synoniem van wagen. Het woord is een leenwoord uit het Frans en betekent in die taal rijtuig. In de begintijd van de spoorwegen in Nederland had het nog de betekenis van rijtuig.

Gebruik

Rijtuigen worden getrokken of geduwd door een locomotief, of door een motorrijtuig, een rijtuig met een eigen aandrijving. In Nederland worden rijtuigen gebruikt in het dubbeldeksaggloregiomaterieel. Deze treinen worden in jargon aangeduid als DD-AR. Rijtuigen worden ook gebruikt voor enkele intercity's, bijvoorbeeld tussen Den Haag en Eindhoven, en op de hogesnelheidslijn van Amsterdam naar Breda of van Amsterdam naar Brussel-Zuid). Treinen met rijtuigen rijden ook tussen Amsterdam en Duitsland.

Locomotiefgebruik

Treinen die uit rijtuigen bestaan, hebben als nadeel dat ze moeilijk van lengte en samenstelling te veranderen zijn. Het kopmaken, het van richting veranderen van een trein, vraagt rangeerwerk of extra spoorwegmaterieel. Voor het kopmaken van een trein met rijtuigen bestaan alternatieven:

Omlopen

De locomotief wordt losgekoppeld en rijdt via een ander spoor om naar de achterzijde van de trein en wordt daar weer aangekoppeld. Dit omrijden wordt omlopen genoemd. Het omlopen vergt een extra spoor.

Stuurstandrijtuig

Aan de ene zijde van de trein bevindt zich een locomotief en aan de andere zijde een stuurstandrijtuig, dat is een rijtuig met een machinistencabine. Via 'stuurstroomkabels' kan de locomotief ook vanuit het stuurstandrijtuig bediend worden. Zo kan de trein in beide richtingen rijden, zonder dat de trein van samenstelling veranderd hoeft te worden. Deze treinen worden trek-duwtreinen genoemd. Soms heeft een trein zelfs twee stuurstandrijtuigen. De locomotief is dan in het midden van de trein geplaatst. Dit komt onder andere voor in Zwitserland.

Twee locomotieven

Soms is er aan beide zijden van de trein een locomotief geplaatst. Dat blijkt soms een goedkopere oplossing te zijn dan het bouwen van een klein aantal stuurstandrijtuigen. Als de twee locomotieven met stuurstroomkabels met elkaar zijn verbonden kunnen beide locomotieven tractie leveren. De locomotieven rijden dan in treinschakeling. De trein kan daardoor sneller optrekken en remmen.

Geschiedenis

De bovenbouw van de oudste spoorwegrijtuigen werd van hout gemaakt, zoals gebruikelijk bij rijtuigen in de 19e eeuw. Een voorbeeld van rijtuigen uit de eerste generatie zijn de rijtuigen die door de Arend, de eerste Nederlandse trein in 1839, werden voortgetrokken. Een in 1939 gebouwde replicatrein is in het Nederlands Spoorwegmuseum te bezichtigen: een rijtuig 3e klasse no 10 "waggon", een rijtuig 2e klasse no 8 "char à bancs" en een rijtuig 1e klasse no 4 "diligence". Deze rijtuigen waren niet voorzien van een verwarming.

Naast zitrijtuigen werden er ook rijtuigen met slaapcoupés en buffet- en restauratierijtuigen gebouwd. Verder kwamen er speciale bagagerijtuigen en postrijtuigen. Aanvankelijk waren rijtuigen tweeassig. Tegen het einde van de 19e eeuw kwamen er ook drieassige rijtuigen, waardoor de asdruk kon verminderen en de rijtuigen langer konden worden, wat de capaciteit verhoogde. In de twintigste eeuw verschenen vierassige rijtuigen op draaistellen, die soepeler en comfortabeler rijgedrag en hogere snelheden mogelijk maakten.

Na de houten rijtuigen kwamen vanaf de jaren twintig de stalen rijtuigen. Deze waren steviger en gaven de reizigers bij ongevallen meer veiligheid. Aanvankelijk werden stalen rijtuigen met klinknagels gemonteerd. Een voorbeeld hiervan zijn de Blokkendoosrijtuigen uit de jaren 1924-1931. Vanaf de jaren dertig werden stalen rijtuigen gelast. Gelaste rijtuigen waren lichter en goedkoper. In Nederland werden de laatste houten rijtuigen in 1956 buiten dienst gesteld.

Veel spoorwegrijtuigen hadden bij elke coupé (elk compartiment) een buitendeur ("slam door" in het Engels), zodat men direct bij de eigen plaats in en uit kon stappen. In Nederland werden de laatste rijtuigen met een dergelijke indeling (de stalen rijtuigen serie 6400) omstreeks 1960 afgeschaft, in het Verenigd Koninkrijk pas aan het eind van de twintigste eeuw.

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er ook dubbeldeksrijtuigen, vooral in Frankrijk werden zij op grote schaal ingezet in het forensenverkeer. In Nederland en België werden zij in de jaren tachtig geïntroduceerd. Met het drukker wordende reizigersverkeer kon zo een grotere capaciteit worden geboden zonder de trein te hoeven verlengen. Een dubbeldeksrijtuig heeft ongeveer anderhalf keer de capaciteit van een gewoon rijtuig.

De modernste rijtuigen op de Nederlandse en Belgische spoorwegnetten zijn onderdeel van de TGV-treinstellen met speciale vering en luxueuze zitplaatsen.

Nederlandse rijtuigen

Sinds december 2019 zijn enkel de ICR- (Intercityrijtuig) rijtuigen nog in gebruik bij NS.

Belgische rijtuigen

De volgende rijtuigen zijn in gebruik:

  • M4 (meestal in trek-duwdienst, vooral ingezet voor IR-treinen en P-treinen)
  • M5 (dubbeldeksrijtuig, meestal in trek-duwdienst, wordt vooral ingezet voor P-treinen)
  • M6 (dubbeldeksrijtuig)
  • M7 (dubbeldeksrijtuig)
  • I6 (rijtuig met compartimenten, meestal te zien tussen Liers-Luxemburg/bij Benelux-treindiensten)
  • I10 (wordt vooral ingezet voor P-treinen, ook te zien op de verbinding Liers-Luxemburg/bij Benelux-treindiensten)
  • I11 (meestal in trek-duwdienst)
  • SR-3 speciaal bar-discorijtuig
  • Drieassig houten GCI-rijtuig met een deur voor elk compartiment
    Drieassig houten GCI-rijtuig met een deur voor elk compartiment
  • Bewaard NMBS-M2 2e klasse/bagagerijtuig in originele groene kleuren
    Bewaard NMBS-M2 2e klasse/bagagerijtuig in originele groene kleuren
  • K4-rijtuigen
    K4-rijtuigen
  • I10-rijtuig
    I10-rijtuig
  • Een NMBS-M5-dubbeldeksrijtuig, (2e klasse)
    Een NMBS-M5-dubbeldeksrijtuig, (2e klasse)
  • Een NMBS M6-dubbeldeksrijtuig, (2e klasse)
    Een NMBS M6-dubbeldeksrijtuig, (2e klasse)
  • Een NMBS M7-dubbeldeksrijtuig, (2e klasse)
    Een NMBS M7-dubbeldeksrijtuig, (2e klasse)

Externe link

  • Website over stalen rijtuigen van de NS
· · Sjabloon bewerken
Rijtuigen van de Nederlandse Spoorwegen
Voormalige rijtuigseries:HSM C11 701-799 · Mat '24 · Ovaleramenrijtuigen · Stalen coupérijtuigen · Stalen P · D-treinrijtuigen · Stalen D · Bolkoprijtuigen · Pec (stroomlijnpostrijtuig) · Plan C · Plan D · Plan E · Plan K · Plan L · Plan N · Plan O (nooit gebouwd) · Plan W · K4 · M2 · Avmz · ICK · ICL · DD-AR · DDM-1
Huidige materieelseries:ICRm · Koninklijk rijtuig SR10
Rijtuigsoorten:bagagerijtuigen · dubbeldeksrijtuigen · koninklijke rijtuigen · postrijtuigen · restauratierijtuigen · salonrijtuigen
· · Sjabloon bewerken
Spoorwegmaterieel NMBS
Locomotieven:Stoom: De Pijl · De Olifant · Stephenson · Le Belge · Type 1 (1935) · Type 5 (1929) · Type 6 '"Atlantic"' · Type 7 · Type 8 (1905) · Type 9 (1909) · Type 10 (1910) · Type 12 (1939) · Type 16 · Type 17 · Type 18 · Type 25 (1884) · NMBS Type 26 · Type 29 (1874) · Type 29 (1945) · Type 41 · Type 51 · Type 64 . · Type 90
Elektrisch: Type 101 · Type 120 (later HLE 20 & HLE28, Baume & Marpent) · Type 121 · HLE 11 · HLE 12 · HLE 13 · HLE 15 · HLE 16 · HLE 17 · HLE 18 (Alstom) · HLE 18 en 19 (Siemens) · HLE 19 (BN) · HLE 20 (Brugeoise) · HLE 21 · HLE 22 · HLE 23 · HLE 24 · HLE 25 · HLE 26 · HLE 27 · HLE 28 (Bombardier) · HLE 29 (Bombardier)
Diesel: HLD 51 · HLD 52 · HLD 53 · HLD 54 · HLD 55 · HLD 57 · HLD 59 · HLD 60 · HLD 61 · HLD 62 · HLD 64 · HLD 65 · HLD 66
Rangeer: Type 230 · Type 231 · HLR 70 · HLR 71 (Baume-Marpent) · HLR 71 (ABR) · HLR 72 · HLR 73 · HLR 74 · HLR 75 · HLR 76 · HLR 77 · HLR 80 · HLR 81 · HLR 82 · HLR 83 · HLR 84 · HLR 85 · HLR 90 · HLR 91 · HLR 92
Rijtuigen:Enkeldeks: Duitse rijtuigen in dienst bij NMBS · GC(I) · I1 · I2 · I3 · I4 · I5 · I6 · I10 · I11 · K1 · K2 · K3 · K4 · L · M1 · M2 · M3 · M4 · N · R · 732 · MU · T2 · SR-3 · PBA Inox A8s · Pakwagens
Dubbeldeks: M5 · M6 · M7
Motorrijtuigen:Diesel: 551 · 552 · 553 · 554 · 600 · 601 · 602 (1934) · 602 (1955) · 603 (1934) · 603 (1954) · 604 (1934) · 604 (1954) · 605 (1935) · 605 (1955) · 606 · 607 · 608 · 609 · 622 · 650 · 651 · 652 · MW42 · MW43 · MW44 · MW45 · MW46 · MW49
Treinstellen:Diesel: 620 · 630 · 652 · 653 · 654 · 655 · 656 · 670 · 671 · MW40 · MW41
Elektrisch: Type 1935 · Klassiek motorstel (MS39 · MS46 · MS50 · MS51 · MS53 · MS54 · MS55 · MS56 · MS62 · MS66 · MS70 · MS73 · MSCR) · Mat '57 · MS75 · MS80 · MS86 · TMST (Eurostar) · MS96 · PBKA · V250 · MS08 · M7