Musculus extensor digiti minimi

Pinkstrekker
Musculus extensor digiti minimi
Spier
De peesscheden aan de dorsale zijde van het polsgewricht
Synoniemen
Nederlands eigen strekker van de pink[1]
Gegevens
Origo Het anterieure deel van de epicondylus lateralis humeri, caput commune
Insertie proximale falanx digitus V
Slagader arteria interossea posterior
Zenuw nervus radialis via de nervus interosseus antebrachii posterior (C7-8)
Actie extensie van de pink in alle gewrichten
Antagonist musculus flexor digiti minimi brevis manus
Naslagwerken
Gray's Anatomy 125,451
Dorlands/Elsevier m_22/12548878
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De musculus extensor digiti minimi[2] of pinkstrekker[3][4] is de spier die ervoor zorgt dat extensie en ulnairabductie van de vijfde vinger, de pink, mogelijk is. Deze spier heeft zijn origo aan het caput commune, een gezamenlijke aanhechting van de musculus extensor digiti minimi, de musculus extensor digitorum en de musculus extensor carpi ulnaris aan de epicondylus lateralis humeri van de humerus.

De insertie van de musculus extensor digiti minimi is te vinden bij de dorsale aponeurose, aan de proximale falanx van de pink.

Functioneel behoort de musculus extensor digiti minimi bij de musculus extensor digitorum, die ook zorgt voor extensie van de vijfde vinger. Bij een verminderde functie van de musculus extensor digiti minimi neemt de musculus extensor digitorum, die ook zorgt voor extensie van de tweede, derde en vierde vinger, de taken dan ook over. Dat er anatomisch onderscheid wordt gemaakt tussen beide spieren, is vanwege de pees van de musculus extensor digiti minimi, die door de vijfde peesschedetunnel van het retinaculum extensorum loopt.

Literatuurverwijzingen
  1. Reys, J.H.O. & Reys, A.M. (1978). Beginselen der anatomie van het bewegingsapparaat. (8ste druk). Zutphen: B.V. W.J. Thieme & Cie.
  2. Federative Committee on Anatomical Terminology (FCAT) (1998). Terminologia Anatomica. Stuttgart: Thieme
  3. Hilfman, M.M. (1978). Pinkhof-Hilfman Geneeskundig woordenboek (7de druk). Utrecht: Bohn, Scheltema & Holkema.
  4. Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
· · Sjabloon bewerken
Spieren van de bovenste ledematen
Spieren van schoudergordel:supraspinatus · infraspinatus · teres minor · deltoideus · subscapularis · teres major · latissimus dorsi · coracobrachialis · pectoralis minor · pectoralis major · rhomboideus major · rhomboideus minor · levator scapulae · serratus anterior · subclavius · omohyoideus · sternocleidomastoideus · trapezius
Spieren van de bovenarm:biceps brachii · brachialis · triceps brachii · anconeus
Onderarmspieren: ventraal:pronator teres · flexor digitorum superficialis · flexor carpi radialis · palmaris longus · flexor carpi ulnaris · pronator quadratus · flexor digitorum profundus · flexor pollicis longus
dorsaal:extensor digitorum · extensor digiti minimi · extensor carpi ulnaris · supinator · abductor pollicis longus · extensor pollicis brevis · extensor pollicis longus · extensor indicis
radiaal:extensor carpi radialis brevis · extensor carpi radialis longus · brachioradialis
Korte spieren van de hand:interossei palmares · interossei dorsales · lumbricales · adductor pollicis brevis · adductor pollicis · opponens pollicis · palmaris brevis · abductor digiti minimi · flexor digiti minimi brevis · opponens digiti minimi