Lineaire combinatie

In de lineaire algebra is een lineaire combinatie w {\displaystyle w} van eindig veel elementen u 1 , u 2 , , u n {\displaystyle u_{1},u_{2},\dots ,u_{n}} uit een vectorruimte V {\displaystyle V} over een Lichaam (Ned) / veld (Be) K {\displaystyle K} , een som van veelvouden van deze elementen. Meer precies heet w {\displaystyle w} een lineaire combinatie van u 1 , u 2 , , u n {\displaystyle u_{1},u_{2},\dots ,u_{n}} als:

w = a 1 u 1 + a 2 u 2 + + a n u n = i = 1 n a i u i m e t a i K {\displaystyle w=a_{1}u_{1}+a_{2}u_{2}+\dots +a_{n}u_{n}=\sum _{i=1}^{n}a_{i}u_{i}\qquad \quad \mathrm {met} \quad a_{i}\in K}

De lineaire combinaties van de vectoren u 1 , u 2 , , u n {\displaystyle u_{1},u_{2},\dots ,u_{n}} vormen juist de lineaire deelruimte die door die vectoren wordt voortgebracht.

Ook voor een willekeurige deelverzameling U V {\displaystyle U\subset V} heet w {\displaystyle w} een lineaire combinatie van U {\displaystyle U} als w {\displaystyle w} een lineaire combinatie is van eindig veel elementen uit U {\displaystyle U} . De lineaire combinaties van de vectoren uit U {\displaystyle U} vormen in dit geval de lineaire deelruimte die door U {\displaystyle U} wordt voortgebracht.

Voorbeelden en tegenvoorbeelden

Laat het lichaam K {\displaystyle K} de verzameling R {\displaystyle \mathbb {R} } van de reële getallen zijn en laat de vectorruimte V {\displaystyle V} de euclidische ruimte R 3 {\displaystyle \mathbb {R} ^{3}} zijn. Beschouw de vectoren

e 1 = ( 1 , 0 , 0 ) , e 2 = ( 0 , 1 , 0 ) {\displaystyle e_{1}=(1,0,0),e_{2}=(0,1,0)} en e 3 = ( 0 , 0 , 1 ) {\displaystyle e_{3}=(0,0,1)} .

Dan is iedere vector in R 3 {\displaystyle \mathbb {R} ^{3}} een lineaire combinatie van e 1 , e 2 {\displaystyle e_{1},e_{2}} en e 3 {\displaystyle e_{3}} . Neem om dit in te zien een willekeurige vector a = ( 1 , 2 , 3 ) R 3 {\displaystyle a=(1,2,3)\in \mathbb {R} ^{3}} en schrijf:

a = ( a 1 , a 2 , a 3 ) = ( a 1 , 0 , 0 ) + ( 0 , a 2 , 0 ) + ( 0 , 0 , a 3 ) = a 1 ( 1 , 0 , 0 ) + a 2 ( 0 , 1 , 0 ) + a 3 ( 0 , 0 , 1 ) = a 1 e 1 + a 2 e 2 + a 3 e 3 . {\displaystyle a=(a_{1},a_{2},a_{3})=(a_{1},0,0)+(0,a_{2},0)+(0,0,a_{3})=a_{1}(1,0,0)+a_{2}(0,1,0)+a_{3}(0,0,1)=a_{1}e_{1}+a_{2}e_{2}+a_{3}e_{3}.}

De vector e 3 {\displaystyle e_{3}} is echter geen lineaire combinatie van e 1 {\displaystyle e_{1}} en e 2 {\displaystyle e_{2}} . Er zijn namelijk geen getallen a 1 {\displaystyle a_{1}} en a 2 {\displaystyle a_{2}} waarvoor

e 3 = ( 0 , 0 , 1 ) = a 1 e 1 + a 2 e 2 = a 1 ( 1 , 0 , 0 ) + a 2 ( 0 , 1 , 0 ) = ( a 1 , a 2 , 0 ) {\displaystyle e_{3}=(0,0,1)=a_{1}e_{1}+a_{2}e_{2}=a_{1}(1,0,0)+a_{2}(0,1,0)=(a_{1},a_{2},0)}