Eerste Kamerverkiezingen 1963

Eerste Kamerverkiezingen 1963
Datum 16 mei 1963
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 75
Opvolging verkiezingen
← 1960     1966 →
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Eerste Kamerverkiezingen van 1963 waren tussentijdse Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 16 mei 1963.

De verkiezingen waren noodzakelijk geworden na de ontbinding van de Eerste Kamer, nadat een voorstel tot Grondwetsherziening in eerste lezing door Tweede Kamer en Eerste Kamer aangenomen was. Bij deze verkiezingen kozen de leden van Provinciale Staten - die op 28 maart 1962 bij de Statenverkiezingen gekozen waren - in vier kiesgroepen[1] een geheel nieuwe Eerste Kamer.

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Partij Zetels Verschil Zetelverdeling naar kiesgroep[1]
1960 1963 I[2] II[3] III[4] IV[5]
Katholieke Volkspartij 26 26 0 14 5 4 (+1) 3 (-1)
Partij van de Arbeid 23 25 +2 4 7 (+1) 6 8 (+1)
Anti-Revolutionaire Partij  8  7 -1 1 2 (-1) 2 2
Christelijk-Historische Unie  8  7 -1 1 3 1 (-1) 2
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie  8  7 -1 1 2 2 2 (-1)
Pacifistisch Socialistische Partij -  2 +2 0 0 1 (+1) 1 (+1)
Communistische Partij van Nederland  2  1 -1 0 0 1 (-1) 0
Totaal 75 75 0 21 19 17 18

Gekozenen

Bij deze verkiezingen waren alle 75 leden aftredend, van wie 54 herkozen werden.[6]

Bronnen

  • De Tijd/De Maasbode, 16 mei 1963
  • Zetelverdeling in de Eerste Kamer 1917-nu op www.nlverkiezingen.com

Noten

  1. a b Zie Eerste Kamerverkiezingen voor een nadere toelichting.
  2. Utrecht, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
  3. Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland
  4. Friesland, Noord-Holland
  5. Zuid-Holland
  6. Fred van der Spek werd gekozen op de lijst van de PSP in de kiesgroepen III en IV; hij gaf de voorkeur aan de benoeming in kiesgroep III. In kiesgroep IV werd vervolgens Max van Pelt benoemd verklaard.
Vlag van Nederland
· · Sjabloon bewerken
Eerste Kamerverkiezingen

*1850 · 1853 · 1856 · 1859 · 1862 · 1865 · 1868 · 1871 · 1874 · 1877 · 1880 · 1883 · *1884 · 1887 (I) · *1887 (II) · *1888 · 1890 · 1893 · 1896 · 1899 · 1902 · *1904 · 1907 · 1910 · 1913 · 1916 · *1917 · 1919 · *1922 · *1923 · 1926 · 1929 · 1932 · 1935 · *1937 · *1946 · *1948 · 1951 · *1952 · 1955 · *1956 (I) · *1956 (II) · 1960 · *1963 · 1966 · 1969 · *1971 · 1974 · 1977 · 1980 · *1981 · *1983 · *1986 · 1987 · 1991 · 1995 · 1999 · 2003 · 2007 · 2011 · 2015 · 2019 · 2023
* algemene verkiezingen in verband met vervroegde ontbinding van de Eerste Kamer
vanaf 1987 bedraagt de vaste zittingstermijn van de Eerste Kamer vier jaar